Financiële steunmaatregelen voor de uiterlijke verzorging

Gisteren aan het einde van de dag maakte het kabinet de corona-steunmaatregelen bekend voor de komende periode. Het gaat daarbij om verlenging van maatregelen, aanpassingen daarop en om nieuwe maatregelen. FNV MOOI heeft direct onderzocht wat de nu bekende (nieuwe) maatregelen voor onze branche betekenen. Dat is helaas niet alleen maar positief. Een aantal belangrijke punten blijven dramatisch voor onze branches, zoals onder andere de verplichte partnertoets bij de Tozo (zeker voor niet-hoge inkomens), de termijnaanvraag voor de NOW en de vaste lasten drempel van 3.000 euro bij de TVL. Inmiddels is er overleg geweest met onder andere de voorzitter van de FNV en de politiek. Op dit moment zijn de ministeries nog aan het schrijven en werken zij regelingen nog op verschillende punten verder uit. Over de nieuwe regeling TONK wordt nog uitgebreid gesproken in de Stichting van de Arbeid. FNV merkt dat de ministeries tegen de grenzen van uitvoering aanlopen en dat de ministeries nerveus worden van steeds vele nieuwe verzoeken om uitzonderingen op de nu afgekondigde steunmaatregelen. Toch moet er voor de uiterlijke verzorging nog wel wat gebeuren, zodat de werkgelegenheid in onze branches behouden blijft. Nu iedereen die nog iets voor ons kan doen op de hoogte is en weet wat er voor de uiterlijke verzorging nog moet gebeuren, kunnen wij alleen onze vingers gekruist houden dat de politiek ook echt bereid is wat voor onze branches te doen.

De belangrijkste zaken die nu wel duidelijk zijn:

  1. Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)
    Voor wie: mkb-bedrijven en zzp’ers
    Doel: dekken van zakelijke vaste lasten zoals huur, abonnementen en verzekeringen.
    Nieuwe voorwaarden en specificaties:
  • De TVL wordt geopend voor alle bedrijven in Nederland. Ook voor bedrijven met meer dan 250 medewerkers.
  • Het vergoedingspercentage van de vaste lasten wordt verder verhoogd naar 85% voor alle ondernemers met een omzetverlies vanaf 30%. Dit was bij 30% omzetverlies 50% vergoeding en bij 100% omzetverlies 70% vergoeding.
  • Het minimum subsidiebedrag per kwartaal wordt vanaf het eerste kwartaal 2021 verhoogd van 750 euro naar 1.500 euro, zodat kleine ondernemers zoals de contactberoepen extra worden geholpen.
  • Het maximum subsidiebedrag per kwartaal wordt verhoogd van 90.000 euro naar 330.000 euro voor mkb-bedrijven met maximaal 250 medewerkers. En 400.000 euro voor bedrijven met meer dan 250 medewerkers.
  • Er komt een aparte subsidieregeling voor ondernemers die tussen 1 januari 2020 en 30 juni 2020 met hun onderneming zijn gestart.
  • Deze intensivering van de TVL gaat ook gelden voor Q2 2021. De TVL wordt niet afgebouwd.
  • Ook in 2021 zal voor de TVL gewerkt worden met 2019 als referentie voor het vaststellen van het omzetverlies van ondernemers. De reden hiervoor is dat ondernemers al vroeg in 2020 hun omzet hebben zien teruglopen als gevolg van de coronacrisis. Door voor de eerste twee kwartalen van 2021 te kiezen voor de referentieperiode kwartaal 1 en 2 van 2019, probeert het kabinet te voorkomen dat ondernemers ten onrechte subsidie mislopen.

Probleem branche:

  • Het aandeel vaste lasten van de salon moet minimaal 3.000 euro per kwartaal zijn. Veel kappers en beautyprofessionals komen hier niet aan. Het kabinet verkent of die drempel verlaagd kan worden. Een verlaging van deze drempel werkt echter door op andere elementen uit de TVL. Dit kan betekenen dat er ook een groep ondernemers juist op achteruit gaat. Daarom onderzoekt het kabinet of het zo kan worden ingericht om dat laatste te voorkomen, voordat een dergelijke maatregel doorgevoerd zou kunnen worden.
  • De salon moet een ander adres hebben dan je privéadres of losstaan van de privéwoning en een eigen opgang of toegang hebben.  
  1. Starters
    Er komt een nieuwe regeling voor zzp’ers die tussen 1 januari en 30 juni 2020 gestart zijn. De precieze invulling wordt nog vastgesteld. De regeling, die zoveel mogelijk wordt gebaseerd op de TVL, geldt zowel voor het eerste als tweede kwartaal van 2021. De referentieperiode voor deze bedrijven zal het derde kwartaal van 2020 zijn. Starters gestart tussen 1 januari en 15 maart 2020 komen ook voor de reguliere TVL in aanmerking in het eerste kwartaal van 2021. In het tweede kwartaal van 2021 kunnen de starters die gestart zijn tussen 1 januari en 15 maart 2020 alleen van de aparte startersregeling gebruikmaken. Het kabinet hoopt het loket in april/mei van dit jaar te kunnen openen. De regeling zal kunnen worden aangevraagd via RVO.nl. Verder kunnen starters middels coronaoverbruggingskredieten lenen tegen soepele leenvoorwaarden (1,75% rente voor 4 tot max. 6 jaar) tot een maximumbedrag van 35.000 euro.
  2. Tozo
    Voor wie: ondernemers/ZZP‘ers
    Doel: tegemoetkoming voor levensonderhoud tot sociaal minimum en een mogelijkheid voor het aanvragen van bedrijfskrediet (tot maximaal 10.157 euro voor Tozo 1,2 en 3 gezamenlijk).
    Voorwaarden:
  • De inkomensondersteuning voor levensonderhoud is een aanvulling op je huishoudinkomen tot het sociaal minimum. Dit is een gift die je later in principe niet hoeft terug te betalen. Je geeft de hoogte van je (geschatte) huishoudinkomen door bij de aanvraag en gedurende de uitkeringsperiode (als bekend is wat daadwerkelijk het inkomen is geworden). Dit kan betekenen dat de uitkering achteraf toch (gedeeltelijk) moet worden terugbetaald. Bijvoorbeeld als blijkt dat er toch (hogere) inkomsten uit onderneming waren in de maanden waarover de uitkering is verstrekt.
  • Bij de inkomensondersteuning voor levensonderhoud wordt een partnerinkomenstoets uitgevoerd. Dit houdt in dat het inkomen van je partner meetelt voor het bepalen van de hoogte van de uitkering. Als het huishoudinkomen boven het sociaal minimum uitkomt, kun je geen aanspraak maken op een uitkering voor levensonderhoud.
  • De hoogte van de inkomensondersteuning is afhankelijk van het huishoudinkomen en bedraagt maximaal 1.620,74 euro (netto) voor gehuwden en daarmee gelijkgestelden waarvan 1 echtgenoot tussen de 21 jaar en AOW-leeftijd is en 1 echtgenoot ouder is dan de AOW-leeftijd, maximaal 1.536,34 euro (netto) bij gehuwden en daarmee gelijkgestelden waarvan beide echtgenoten tussen de 21 jaar en AOW-leeftijd zijn of 1.075,44 euro (netto) per maand voor alleenstaanden vanaf 21 jaar. Voor personen onder de 21 jaar en andere groepen personen gelden andere normbedragen. Kijk hier voor de bedragen: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-financiele-regelingen/overzicht-financiele-regelingen/tozo/hoogte
  • Voor een aanvraag van een lening bedrijfskapitaal voert de gemeente wél een vermogenstoets uit.

Aanvragen:

  • Tijdens Tozo 1 en Tozo 2 konden ondernemers de Tozo-uitkering aanvragen met terugwerkende kracht over de volledige looptijd van de regeling. In de Tozo 3 is de periode waarover met terugwerkende kracht kon worden aangevraagd beperkt. Vanaf 1 februari 2021 kan met terugwerkende kracht vanaf de voorafgaande maand Tozo worden aangevraagd: op 1 februari 2021 kun je dus Tozo aanvragen vanaf 1 januari 2021. Op 1 maart 2021 kan de Tozo vanaf 1 februari worden aangevraagd.
  • Per 1 april gaat de verlengde Tozo in. Hieraan zou een vermogenstoets worden toegevoegd, maar daar ziet het kabinet vanaf. Wel zal ook bij Tozo 4 een aanvraag met terugwerkende kracht gelden. Op 1 mei 2021 kan een ondernemer dus Tozo aanvragen vanaf 1 april. Het is niet mogelijk om vanuit Tozo 4 nog aanvragen te doen voor Tozo 3 (in de maanden januari tot en met maart 2021).
  1. NOW
    Voor wie: werkgevers die verwachten dat ze minimaal 20% minder omzet draaien over een periode van 3 maanden.
    Doel: doorbetalen van werknemers
    Specificaties:
  • De vergoeding wordt verhoogd en gaat van 80 naar 85 procent van de loonsom.
  • De loonsomvrijstelling blijft tien procent.
  • Vanaf 15 februari kan de NOW worden aangevraagd voor de maanden januari, februari en maart.
  • Na de indiening van de aanvraag, ontvangt de werkgever normaliter binnen een aantal dagen een voorschot, mits wordt voldaan aan de voorwaarden. Om de verhoging van de vergoeding mee te kunnen nemen in de voorschotten, is het mogelijk dat de eerste uitbetalingen een aantal dagen later worden overgemaakt dan werkgevers gewend zijn van eerdere NOW- uitbetalingen.
  • Voor het tweede kwartaal van 2021 is besloten het afbouwpad los te laten. De NOW blijft dus voor het tweede kwartaal ongewijzigd ten opzichte van het eerste kwartaal van 2021. Dit betekent dat het verhoogde vergoedingspercentage 85% ook in kwartaal twee van 2021 van kracht blijft, de loonsomvrijstelling maximaal 10% blijft bedragen, het minimaal omzetverlies 20% is, en de maximale vergoeding gebaseerd blijft op tweemaal het dagloon.
  1. Belastingmaatregelen
    Voor wie: ondernemers/ZZP’ers
  • Verlenging periode dat ondernemers uitstel van belasting of een verlenging van het uitstel kunnen aanvragen tot 1 juli 2021. Ondernemers die nog niet eerder uitstel of verlenging hebben aangevraagd, kunnen dit nu alsnog doen. Voor ondernemers die eerder dit jaar al verlenging hadden gekregen, geldt het uitstel nu automatisch tot 1 juli 2021.
  • De datum waarop ondernemers weer gaan terugbetalen schuift ook op, van 1 juli 2021 naar 1 oktober 2021. Zij krijgen 36 maanden de tijd om de belastingschuld terug te betalen.
  • De Belastingdienst wil daarnaast samen met schuldeisers en schuldhulpverleners – als onderdeel van het Time-out arrangement (TOA) – soepeler gaan kijken naar het gericht kwijtschelden van (belasting)schulden, voor als een terugbetalingsregeling niet voldoende is. Doel is dat dit in het tweede kwartaal van dit jaar gereed is. De Belastingdienst zal in afwachting hiervan al ingediende saneringsverzoeken aanhouden als de ondernemer daarom vraagt.
  • Het urencriterium dat geldt om gebruik te maken van bepaalde aftrekposten (zoals de zelfstandigenaftrek) wordt (net als in 2020) wegens de coronacrisis opnieuw versoepeld tot 1 juli 2021. De versoepeling houdt in dat ondernemers in de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 ten minste 24 uur per week aan hun onderneming moeten besteden (en ten minste 16 uren per week voor de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid).
  • Ook verschillende andere belastingmaatregelen worden verlengd tot 1 juli 2021, zoals het btw-nultarief op mondkapjes en het fiscaal mogelijk maken van de betaalpauze voor hypotheekverplichtingen.
  1. TONK (Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten)
    Via de gemeenten kun je binnenkort de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) aanvragen.
  • Deze maatregel biedt extra hulp bij het betalen van onvermijdelijke en noodzakelijke kosten die je door een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in inkomen in verband met de coronamaatregelen niet langer kunt dragen.
  • De maatregel geldt bijvoorbeeld voor werknemers die hun baan verliezen en geen recht hebben op een uitkering, maar ook voor zelfstandigen die vanwege de coronamaatregelen hun opdrachten zien verdwijnen.
  • De TONK kan voorzien in (gedeeltelijke) tegemoetkoming voor noodzakelijke kosten. Met gemeenten is intensief gesproken over de mogelijke invulling. Omdat TONK binnen het juridisch kader van de bijzondere bijstand wordt uitgevoerd, kunnen gemeenten ook eigen keuzes maken. Uitgangspunt is dat de uitvoering zo min mogelijk belast wordt.
  • TONK gaat met terugwerkende kracht gelden van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021.
  • Deze maatregel moet nog worden geïmplementeerd. De verwachting is dat vanaf 1 maart 2021 steeds meer gemeenten hun TONK-loketten zullen kunnen openen.

Verdere specificaties TONK:

  • De focus ligt op woonkosten omdat dit vaak de grootste kostenpost is, maar vergoeding voor andere noodzakelijke kosten is ook mogelijk.
  • Bij aanvragen wordt gekeken of sprake is van onvoorziene en onvermijdelijke terugval in het inkomen en naar draagkracht (inkomen en vermogen en noodzakelijke kosten). Met betrekking tot het inkomen is het actuele inkomen het uitgangspunt. Wat betreft vermogen wordt alleen gekeken naar vermogen waar direct over beschikt kan worden. Vermogen dat vast zit in de eigen woning en pensioenen wordt bijvoorbeeld buiten beschouwing gelaten. Over een vrijstellingsgrens wordt nog gesproken.
  • Aan het einde van het eerste kwartaal van 2021 zal op basis van de dan geldende situatie rondom de maatregelen tegen het coronavirus de inzet van de TONK voor het tweede kwartaal van 2021 worden gewogen.
  • Eventuele knelpunten in de regeling worden door het Rijk en gemeenten vastgesteld en eventueel bijgesteld.
  1. Overige maatregelen
  • Het kabinet blijft zich inzetten voor mensen die werkloos (dreigen te) raken, bijvoorbeeld met het crisispakket NL leert door.
  • Er is een pakket van € 1,4 miljard voor aanvullend flankerend beleid, waaronder middelen voor scholing.
  • De tegemoetkoming van de eigen bijdrage voor kinderopvang blijft doorlopen, zolang de kinderopvang gesloten is.
  • Ondanks de betalingsregeling van 36 maanden voor de opgebouwde belastingschuld, zal niet elke door de coronacrisis getroffen ondernemer zijn (belasting)schulden volledig kunnen aflossen. Het kabinet spant zich daarom in om als onderdeel van het time-out arrangement (TOA) samen met andere schuldeisers, intermediairs en schuldhulpverleners richtlijnen voor een soepelere en efficiëntere behandeling saneringsverzoeken van ondernemers te ontwikkelen.
  • Er komt een kredietfaciliteit voor ondernemers die gebruik willen maken van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA), als onderdeel van het Time Out Arrangement (TOA). De combinatie van krediet en WHOA stelt bedrijven in staat om een doorstart te maken zodra de situatie beter is, zodat er banen behouden blijven. Het kabinet maakt hier 200 miljoen euro voor vrij.
  • De tijdelijke coronaregeling voor studenten in mbo, hbo en wo wordt verlengd tot en met augustus dit jaar. Studenten die bij hun afstuderen studievertraging oplopen door de coronamaatregelen en tussen februari 2021 en eind augustus 2021 hun diploma halen, ontvangen een tegemoetkoming in de studiekosten. Ook krijgen alle studenten waarbij tussen oktober 2020 en eind augustus 2021 hun recht op basisbeurs en/of aanvullende beurs afloopt, een financiële tegemoetkoming. Deze tegemoetkoming kost in totaal circa 135 miljoen euro.

Rekenvoorbeeld kapperszaak

Een kleine kapperszaak met een omzet van €15.000 per kwartaal, een loonsom van €2.750* per kwartaal en €3.450** aan vaste lasten per kwartaal krijgt bij een omzetverlies van 40% in Q1 2021 voor dat kwartaal in totaal €2.500 aan subsidie vanuit de TVL en NOW (€1.500 TVL + €1.000 NOW). Zonder de herijking zou dit €1.850 zijn (€750 TVL + €1.100 NOW).
Bij een omzetverlies van 100% in Q1 2021 ontvangt deze onderneming voor dat kwartaal in totaal €5.550 aan subsidie vanuit de TVL en NOW (€2.950 TVL + €2.600 NOW). Zonder de herijking zou dit €5.000 zijn (€2.400 TVL + €2.600 NOW).

*De loonsommen zijn gebaseerd op de totale personele kostenpercentages van de betreffende sectoren, gecorrigeerd voor de verschillen tussen de bij de NOW gebruikte loonsom uit de Polisadministratie en de bijkomende personele lasten à 40% (Bron: CBS Statline)
**Hierbij is uitgegaan van het vastelastenpercentages die bij de TVL worden gehanteerd, welke zijn gebaseerd op CBS-data op 2-digitniveau. Het gehanteerde vastelastenpercentage 40% voor hotels, 15% voor kledingzaken, 23% voor kapperszaken en 72% voor bioscopen.

De regelingen worden nog verder uitgewerkt. Kijk voor de meest recente informatie op https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2021/01/21/forse-uitbreiding-steun–en-herstelpakket  of www.kvk.nl

De gegeven informatie is afkomstig van de Rijksoverheid.

  • Vraag
    aan FNV MOOI?

    • Bel 030 - 23 14 221
    • Stel je vraag per e-mail
  • Word lid
    van FNV MOOI

    • Hulp & advies
    • Kortingen op producten
    • Antwoorden op al je vragen
    Klik hier