Het pensioenfonds Kappers wordt onevenredig zwaar getroffen door de verlaging van de rekenrente door de Nederlandsche Bank en de huidige lage marktrente. Dat stellen de sociale partners in de kappersbranche. Zij roepen de Tweede Kamer en staatsecretaris Klijnsma daarom op een uitzonderingpositie te creëren voor pensioenfondsen met hoofdzakelijk jonge deelnemers, zogenaamde ‘groene’ fondsen. Vandaag bespreekt de Kamer de gevolgen van de lage rente en de verlaging van de UFR met de staatssecretaris.
De sociale partners, FNV MOOI, CNV Vakmensen en kappersorganisatie ANKO, hebben al eerder in een brandbrief aan de Kamer aangedrongen op een aparte positie voor ‘groene’ fondsen. Vandaag doen ze wederom een oproep omdat het pensioenfonds kappers vreest voor forse premieverhogingen en aantasting van de pensioenopbouw.
FNV MOOI-voorzitter, Marga Patijn: “Als Jetta Klijnsma geen uitzondering voor de kappers maakt dan zullen er kortingen op het pensioen volgen, want zelfs al verhogen wij de premie fors dan nog zal dat niet genoeg zijn”.
Het pensioenfonds voor het kappersbedrijf heeft als ‘groenste’ fonds van Nederland de afgelopen tijd veel last gehad van de lage marktrente. In combinatie met de in juli 2015 verlaagde rekenrente treft die groene fondsen onevenredig zwaar.
“De kappersbranche moet kunnen beschikken over een fatsoenlijke pensioenregeling”, ANKO-adviseur arbeidsvoorwaarden, Katinka Boekhorst. “Deze regeling moet voor deelnemers aantrekkelijk zijn en beheersbaar wat betreft premie en risico. De gewijzigde UFR zorgt ervoor dat dit steeds lastiger te realiseren is.”
CNV-bestuurder Willem Kruithof: “Geef de sociale partners de ruimte om een passend model te ontwikkelen voor het kapperspensioen.”
Het pensioenfonds kappers heeft de gevolgen van de lage rentestand in de afgelopen jaren al flink gevoeld: in 2013 moesten de pensioenen met 7 procent worden gekort en in 2014 nog eens met 2,8 procent. De dekkingsgraad van het fonds is door de verlaging van de UFR gedaald met 7,6%. Die daling zal zich na 2016 voortzetten en in 2025 op ongeveer 12 procent uitkomen. Daarnaast loopt de kostendekkende premie fors op: de premie voor 2016 stijgt als gevolg van de nieuwe UFR met 13%. Bij gelijkblijvende marktrente ligt de premie in 2025 maar liefst 40% hoger.