De toekomst van jouw kapperspensioen
Stel je vragen

Pensioen is een belangrijke arbeidsvoorwaarde, je spaart voor later zodat je op pensioendatum een aanvulling op je AOW kan krijgen. Dat is nodig want alleen rondkomen van AOW is wel een heel karig bestaan. Vanaf jouw pensioenleeftijd moet jij goed kunnen leven en nog wat leuke dingen kunnen doen. Vroeg beginnen met sparen en beleggen zorgt ervoor dat de premie betaalbaar blijft. Zolang jij werknemer blijft betaalt je werkgever 50% van de premie en dat is niet alleen mooi meegenomen, dat is ook gebruikelijk. De overheid zorgt voor een fiscaal vriendelijk klimaat zodat dit spaargeld niet gelijk opgaat aan belastingen.
Dit is de reden waarom FNV MOOI meewerkt aan deze nieuwe pensioenregeling die ongeveer in 2027 in zou moeten gaan.
Lees verder wat de grote lijnen van de nieuwe pensioenregeling zijn en laat ons weten of je vragen hebt. Leden hebben een privé bericht ontvangen en kunnen stemmen.

Wil je ook lezen wat het pensioenfondskappers over de nieuwe wet toekomst pensioenen schrijft: https://www.pensioenkappers.nl/nieuw-pensioenstelsel
Wil je als oud deelnemer aan het pensioenkappers of als gepensioneerde gehoord worden: https://www.pensioenkappers.nl/nieuws/hoorrecht-gepensioneerden-2024

November 2024
Informatie bulletin

FNV MOOI heeft jullie al eerder verteld over de grote verandering van het Nederlandse pensioenstelsel. Op dit moment zijn de voorbereidingen hiervoor bij alle pensioenfondsen in Nederland in volle gang. Jullie lezen daar ook over in de media. De verandering van het pensioenstelsel is vastgelegd in de Wet toekomst pensioenen (Wtp) die al op 1 juli 2023 tot stand is gekomen. De pensioenregelingen moeten uiterlijk 1 januari 2028 aan deze nieuwe wet zijn aangepast. De huidige regeling mag dan wettelijk niet meer bestaan.

De sociale partners in de kappersbranche (ANKO, FNV MOOI, CNV) zijn samen met hun pensioenadviseurs, gespecialiseerde bureaus en de bestuurders van het pensioenfonds in overleg. Zij bespreken hoe de pensioenregeling in de kappersbranche aangepast moet worden. Er wordt veel gerekend. Sociale partners hebben met elkaar afgesproken om voor deze belangrijke arbeidsvoorwaarden, binnen de nieuwe regels van de Wet toekomst pensioen, jullie huidige pensioenregeling waar mogelijk in stand te houden. Dat moet ook wel want alleen rondkomen van je AOW wordt wel een heel karig bestaan.

De afspraken over de aanpassingen moeten de sociale partners opschrijven in een zogenaamd ‘Transitieplan’. In dit bulletin leggen wij uit welke plannen er tot nu zijn gemaakt voor de wijziging van de pensioenregeling in de kappersbranche. We willen graag weten wat jij daarvan vindt. Maar eerst vertellen wij je wat er vooraf ging aan de nieuwe Wet toekomst pensioenen.

Wat voorafging aan de nieuwe Wet toekomst pensioenen

De vorige kabinetten en de werkgevers- en werknemersorganisaties hebben jarenlang met elkaar gesproken over de toekomst van het pensioenstelsel in Nederland. Het pensioenstelsel was toe aan verandering vond een meerderheid. Maar de afspraken over die verandering kostten jaren van overleg, omdat de belangen voor alle partijen groot waren.

Al heel lang voeren pensioenfondsen nu een zogenaamde uitkeringsregeling uit. Dat is een pensioenregeling waarbij in principe vastgestelde uitkeringen zijn toegezegd (je weet vooraf wat je vanaf jouw pensioendatum aan uitkering krijgt). Per jaar bouw je als werknemer (januari 2024) een pensioenpercentage van 0,86 van het pensioengevend loon op. Jij en je werkgever betalen allebei de helft van de premie. Omdat deze vastgestelde uitkeringen vanaf jouw pensionering levenslang aan jou moet kunnen worden uitbetaald, stelt de pensioenwetgeving (overheid) daar nu hoge eisen aan. Van pensioenfondsen wordt verwacht dat zij genoeg geld daarvoor in kas houden. Toch zijn er uitzonderingen op de regel. Door grote onrust op de financiële markten is het ondanks maatregelen mogelijk dat er financiële tekorten ontstaan binnen het pensioenfonds. Dan zal het pensioenfonds toeslagen, om de gestegen prijzen (inflatie) te compenseren, op het pensioen niet meer kunnen betalen. In het uiterste geval moet dan zelfs de pensioenuitkering worden gekort (niet meer volledig uitbetalen). Bij de kappers heeft dit in het verleden al eens moeten plaatsvinden. Het is iedereen dan ook wel duidelijk dat de vastgestelde uitkeringen niet altijd zeker zijn. Dat is dan ook één van de redenen waarom er nagedacht is over een andere opzet van de pensioenregelingen.

Maar er zijn meer redenen. Zo vonden werkgevers en overheid de huidige regeling erg duur worden, daarnaast is de arbeidsmarkt veranderd. Tegenwoordig is hij flexibeler, mensen veranderen meer van baan dan vroeger, worden van werknemer zelfstandige of nemen een langere tijd verlof om bijvoorbeeld een wereldreis te maken. De bestaande pensioenregelingen houden daar onvoldoende rekening mee.

Belangrijke punten uit de nieuwe Wet toekomst pensioenen

De nieuwe Wet toekomst pensioenen geeft nieuwe regels voor de pensioenregeling van de toekomst. De wet is op 1 juli 2023 in werking getreden, maar de pensioenregelingen hoeven niet nu al direct aan deze wet aangepast te zijn. Daarvoor is een overgangsperiode (‘transitieperiode’) in de wet vastgelegd: uiterlijk 1 januari 2028,– het mag eerder – moeten de pensioenregelingen aan de eisen van de Wet toekomst pensioenen zijn aangepast, ook bij kappers. Om dit mogelijk te maken moeten er nu al veel keuzes gemaakt worden.

1.Premieovereenkomst
Een belangrijk punt in de nieuwe wet betreft de vormgeving van de pensioenregeling.

Op grond van de nieuwe Wet toekomst pensioenen mag een pensioenregeling alleen nog maar een premieovereenkomst zijn. Bij een premieovereenkomst is sprake van een vooraf vastgestelde premie van een bepaalde hoogte. Op basis van de premie en verdere afspraken krijgt elke werknemer een persoonlijke aanspraak in het vermogen van het Pensioenfonds. Welk pensioen op de pensioendatum uitgekeerd zal worden, is vooraf helaas niet zeker. Dat is afhankelijk van de premiehoogte en de financiële omstandigheden, waaronder met name de met de premie behaalde beleggingsresultaten. Het beleggen van premie wordt in de nieuwe regeling belangrijker.

De nieuwe Wet toekomst pensioenen kent drie verschillende soorten premieovereenkomsten waaruit gekozen kan worden:

  1. De solidaire premieovereenkomst
  2. De flexibele premieovereenkomst
  3. De premie-uitkeringsovereenkomst.

De verschillen tussen de regeling zijn vrij technisch, maar de eerste komt dichter bij de huidige regeling van kappers, dan de andere twee overeenkomsten. In de kern is het zo dat de solidaire premieovereenkomst meer collectiviteit – onder meer bij de beleggingen – kent, terwijl bij de flexibele premieovereenkomst sprake is van het individueel beleggen. De premie-uitkeringsovereenkomst biedt vastgestelde uitkeringen en mag niet door een pensioenfonds worden uitgevoerd.

2.Gelijke premie maar geen gelijke uitkering
Een tweede belangrijk punt in de nieuwe Wet toekomst pensioenen is dat de premie voor alle werknemers een gelijk percentage van het pensioengevend loon (sv-loon/ belastbare delen van het loon) moet zijn. Dat is in de huidige uitkeringsregeling van Pensioenfonds Kappers ook zo. In de huidige regeling krijg jij daarvoor, ongeacht jouw leeftijd, jaarlijks het vastgestelde pensioenpercentage van (vanaf 1 januari 2024) 0,86 van het pensioengevend loon. In de nieuwe premieovereenkomst is de premie bestemd voor jouw persoonlijk aandeel in het pensioenvermogen. Omdat de premie voor jongere werknemers (veel) langer belegd kan worden dan voor oude(re) werknemers – meer jaren – kan de premie voor jonge werknemers bij een rustige financiële markt veel meer rendement geven. De pensioenwaarde voor dezelfde premie is voor jonge werknemers daarom hoger dan voor oude(re) werknemers. Bij afnemende pensioenopbouw, wordt de jaarlijkse pensioenaangroei voor een werknemer elk jaar dat zij of hij ouder wordt, iets kleiner. Tenminste, als het loon en de pensioenregeling verder gelijk blijft. In de toekomst wordt de pensioenopbouw anders geregeld: hoe ouder je bent, hoe minder pensioen je opbouwt. Dit is anders dan nu, want in de huidige regeling bouwen alle werknemers, jong en oud, evenveel pensioen op.

3.Compensatie
Een derde punt betreft de compensatie bij het mogelijke nadeel bij de overgang van de huidige pensioenregeling naar een nieuwe premieovereenkomst. En de eventuele compensatie die daar tegenover kan staan.
Bij de overstap naar een nieuwe premieovereenkomst is er een omslagpunt waarbij de premie voor de werknemer minder waard is, dan nu bij de gelijke opbouw. De premie is dan te laag om de waarde aan pensioen te kunnen financieren die de werknemer nu bij de gelijke opbouw wel krijgt. Dat hoeft niet altijd tot een nadeel in de pensioenopbouw te leiden, want bij de overgang naar de nieuwe premieovereenkomst zullen de sociale partners een vergoeding (compensatieregeling) afspreken.

4.De opgebouwde aanspraken en rechten (‘invaren’)
Een vierde belangrijk punt is de wijze waarop met opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten wordt omgegaan.

De wijziging van de huidige pensioenregeling naar de nieuwe premieovereenkomst heeft alleen gevolgen voor de opbouw van pensioen voor de toekomst, dus vanaf het moment dat de nieuwe premieregeling geldt. Maar de Wet toekomst pensioenen maakt het ook mogelijk dat bij overgang naar de nieuwe premieregeling eerder opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten uit het verleden worden omgezet naar aanspraken volgens de nieuwe premieovereenkomst. Dat gebeurt dan via een collectieve waardeoverdracht. Dat noemt de nieuwe Wet toekomst pensioenen het ‘invaren’ van eerder opgebouwde aanspraken en rechten. Het gaat dan om de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten van zowel actieve, nog werkende, werknemers, als van ex-werknemers en gepensioneerden. Die komen door het invaren dan te vallen onder de regels van de nieuwe premieovereenkomst. Dit invaren kan volgens de Wet door een advies van de sociale partners en het besluit van het pensioenfonds uitgevoerd worden. Er is geen individuele inspraak of bezwaarmogelijkheid voor de (ex-)werknemers.

Het is aan de sociale partners om te besluiten of zij het pensioenfonds zullen verzoeken om het invaren uit te voeren. Dat mag alleen als dat voor alle pensioenbelanghebbenden tot evenwichtige uitkomsten leidt en dat lijkt bij de kappers haalbaar.

Transitieplan sociale partners

De sociale partners zijn al ver met het beschrijven van het Transitieplan, het is op een punt en komma in concept af.
Dat moet ook wel want december 2024 is de maand dat het plan ingeleverd moet worden. ANKO, FNV MOOI en CNV hebben inmiddels besluiten genomen over de wijziging waar zij over gaan en hoe de nieuwe premieovereenkomst er precies uit komt te zien.
Nu gaan ANKO, FNV MOOI en CNV ermee naar hun besturen en achterban om hen te informeren en/of hun leden akkoord te vragen.

Het Transitieplan omschrijft de nieuwe premieovereenkomst, en hoe met de al opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten omgegaan zal worden (wel of niet invaren). In het Transitieplan moeten de sociale partners de effecten berekenen van de wijziging van de pensioenregeling voor wat betreft de verwachte uitkeringen.

Ook is in het Transitieplan opgenomen of er een compensatie (vergoeding) is afgesproken en of er afspraken zijn gemaakt over het beheren of verdelen van de financiële reserves.

Transitieplan kappersbranche

De sociale partners in de kappersbranche hebben in een concept Transitieplan de lijnen voor het vast te stellen Transitieplan omschreven. In dit bulletin vatten wij de inhoud samen. Het is nog niet een definitief Transitieplan maar geeft wel de hoofdlijn van de inrichting van de nieuwe pensioenregeling weer.

Hoofdpunten uit Transitieplan

Uitgangspunt voor keuze
ANKO, FNV MOOI en CNV zijn bij de keuze die zij mogen maken, uitgegaan van een eerder met elkaar gemaakte afspraak. De nieuwe Wet toekomstpensioen maakt helaas niet alle wenselijke keuzes mogelijk, Sociale partners willen binnen de kaders van de nieuwe Wet toekomst pensioen zo dicht als mogelijk blijven bij de huidige pensioenregeling.

Timing
Het werkdocument voor het Transitieplan gaat ervan uit dat per 1 januari 2027 Pensioenfonds Kappers zal overstappen op de gewijzigde pensioenregeling. Dit heeft vooral te maken met de tijdlijn van de uitvoerder.

Soort premieovereenkomst
De sociale partners hebben aangegeven te kiezen voor de solidaire premieovereenkomst met een solidariteitsreserve. Dit betekent dat iedereen hetzelfde percentage of bedrag aan premie betaalt.

Bij de solidaire premieovereenkomst is er net als nu sprake van het collectief beleggen van de premie en daardoor ook het collectief delen van beleggingsrisico’s. Er is geen individuele keuzevrijheid ten aanzien van het beleggen.

De opbrengsten van de beleggingen (rendementen) worden wettelijk verplicht aan pensioendeelnemers toegekend. Dit geld wordt aan hun persoonlijk aandeel in het pensioenvermogen toegevoegd. Dat gebeurt leeftijdsafhankelijk: jongere werknemers krijgen een groter deel van de rendementen toegekend dan oudere werknemers. Daar staat tegenover dat negatieve rendementen zwaarder doorgerekend worden aan jongere werknemers dan aan oudere werknemers.

Solidariteitsreserve
Bij de solidaire premieovereenkomst is het wettelijk verplicht dat de pensioenuitkering variabel is, dus niet vastgesteld. Dat betekent dat de hoogte van de uitkering elk jaar opnieuw vastgesteld wordt en hoger, maar ook lager kan worden, afhankelijk van de financiële resultaten van het Pensioenfonds.

Een verlaging van de pensioenuitkering kan wel – tot op zekere hoogte – worden opgevangen door de solidariteitsreserve. Bij de solidaire premieovereenkomst is het verplicht een ‘solidariteitsreserve’ in te richten. Deze reserve is bedoeld om financiële mee- en tegenvallers te delen. De solidariteitsreserve kan worden gebruikt om het risico op verlaging van pensioenuitkeringen bij tegenvallers te verminderen. Want bij een premieovereenkomst is er altijd de mogelijkheid dat de financiële- en beleggingsresultaten tegenvallen en pensioenuitkeringen dan verminderd zouden moeten worden. Via inrichting van een solidariteitsreserve kan het risico op verlaging worden verzacht.

Doelstelling
De doelstelling van de sociale partners is om binnen de premieovereenkomst eenzelfde pensioenuitkering te bereiken als onder de huidige uitkeringsregeling bereikt kan worden.

Binnen een premieovereenkomst is het halen van het vooraf gewilde pensioenresultaat echter niet zeker. De economische situatie en de financiële mee- of tegenvallers zijn onvoorspelbaar, maar hebben wel grote impact op het pensioenresultaat. De sociale partners hebben berekeningen laten maken die uitgaan van een pessimistisch, een verwacht en een optimistisch scenario. De berekeningen laten zien dat er een kans van ruim 70% is dat de hierboven beschreven doelstelling wordt gehaald. Een zekerheid (van 100%) is bij een premieovereenkomst niet mogelijk. Het pensioenresultaat kan meevallen en kan tegenvallen door economische en financiële omstandigheden.

Pensioendeelname werknemers
De berekening van het behalen van de doelstelling baseren ANKO, FNV MOOI en CNV op de veronderstelling dat een werknemer van zijn 25-ste jaar tot de AOW-leeftijd werkzaam is in de kappersbranche. Zij weten dat dit niet voor alle werknemers de realiteit is. Zoals hierboven is uitgelegd, is de waarde van de premie voor jonge werknemers hoger dan voor oude(re) werknemers. Als werknemers vooral in hun jonge jaren deelnemen in de pensioenregeling verkrijgen zij dus een relatief hoge pensioenwaarde. Werken zij kort in de kappersbranche, dan zal dit over een beperkt aantal jaren gaan. Het uiteindelijke pensioen over een klein aantal jaren van deelneming in de pensioenregeling is uiteraard niet hoog.

Een ander aandachtspunt is dat de pensioendeelname op grond van de Wet toekomst pensioenen moet starten op de leeftijd van 18 jaar. Een ander voorschrift uit de Wet toekomst pensioenen is dat bij de pensioengrondslag (dat deel van het salaris waar bij de werkgever pensioen over wordt opgebouwd) voor de premiebetaling rekening moet worden gehouden met een ‘franchise’. Dat volgt uit de regels van de Wet op de Loonbelasting over de fiscale behandeling van pensioenen. Een franchise is een soort drempelbedrag waarbij pas pensioenpremie betaald wordt als en voor zover het pensioengevend loon boven de drempel uitkomt. De gedachte hierachter is dat jullie op de pensioendatum aanspraak kunnen maken op een AOW-uitkering, zodat er geen behoefte is om pensioen op te bouwen over het onderste deel van het loon. Het drempelbedrag van de franchise is voor 2024 EUR 14.009, uitgaande van een voltijd baan maar kan jaarlijks aangepast worden door de overheid. Werk je niet voltijd dan wordt de franchise naar rato berekend. Dit betekent dat er geen premiebetaling voor pensioen en dus geen pensioenverwerving plaatsvindt bij een pensioengevend loon onder deze EUR 14.009. Het is daarom maar de vraag of jonge werknemers in de kappersbranche pensioen opbouwen, maar dan natuurlijk ook geen premie betalen. Hier is eigenlijk niets aan te doen. Het is het gevolg van de wettelijke regels over de franchise.

Premie
De totale premie in de nieuwe pensioenregeling zal volgens huidige inzichten 26,2% van de pensioengrondslag bedragen. Dat is dezelfde premie als voor de huidige pensioenregeling betaald wordt, rekening houdend met de franchise. Van deze premie gaat waarschijnlijk 20,7% naar het vermogen voor ouderdomspensioen. De rest is voor het dekken van kosten en voor de risicodekking van partnerpensioen en premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid.

Beleggingen
De beleggingsresultaten zijn erg belangrijk in een premieovereenkomst. Dat zijn ze in de uitkeringsovereenkomst uiteraard ook, maar in de premieovereenkomst heeft dat direct invloed op het persoonlijk aandeel in het pensioenvermogen.

Het is een algemeen erkend gegeven dat jongeren meer beleggingsrisico kunnen lopen dan oude(re) werknemers. Een dip in de beleggingen kan een jongere werknemer makkelijker opvangen vanwege de langere tijd die er tot de pensioendatum nog te gaan is. Hoe dat precies gaat werken in het beleggingsbeleid en in het beschermen tegen het renterisico, moet nog door het Pensioenfonds worden uitgewerkt, zij gaan daarover. Aangezien er in de solidaire pensioenregeling sprake is van collectieve beleggingen, hebben individuele pensioenbelanghebbenden geen inspraak over de beleggingskeuzes.

Invaren
De sociale partners zijn van plan het Pensioenfonds te vragen het invaren uit te voeren. Door eerder opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten uit de huidige pensioenregeling in te varen, komen ze te vallen onder de regels van de nieuwe premieovereenkomst. De verwachting is dat dan een betere toekenning van een koopkrachtig pensioen mogelijk is, dan wanneer de oude aanspraken en rechten achterblijven in de huidige uitkeringsovereenkomst. Ervan uitgaande dat die oude uitkeringsovereenkomst dan een gesloten regeling wordt, zonder dat nog enige premie betaald wordt en zonder toetreding van nieuwe deelnemers, terwijl de in de regeling aanwezige deelnemers steeds ouder worden. De mix van jonge en oude deelnemers is dan niet meer aanwezig, waardoor er steeds minder risico bij het beleggingsbeleid genomen mag worden. Daarom vinden de sociale partners het niet invaren geen evenwichtige uitkomst opleveren.

Bij het invaren is het doel dat de pensioendeelnemers in hun persoonlijke aandeel in het collectieve pensioenvermogen, een bedrag toegekend krijgen. Dit bedrag moet gelijk zijn aan het bedrag van de (technische) reserve die het Pensioenfonds heeft voor de opgebouwde pensioenaanspraken of pensioenrechten van de betreffende deelnemer. Hierbij zal de (verwachte) pensioenuitkering gelijk of hoger zijn dan voor het invaren. Dit is echter wel afhankelijk van de dekkingsgraad – de financiële positie – van het Pensioenfonds op het invaarmoment.

De sociale partners gaan ervan uit dat bij een dekkingsgraad van 95% of hoger op de transitiedatum, de doelstellingen uit het Transitieplan gehaald kunnen worden. Wanneer de dekkingsgraad onder de 95% is, is dat niet meer het geval en zullen de sociale partners de situatie opnieuw beoordelen.

Compensatie
Het Transitieplan is erop gericht dat er binnen het Pensioenfonds voldoende vermogen is om een compensatie te financieren. Er wordt bepaald hoe de compensatie wordt verdeeld op basis van leeftijd. Dit gebeurt door te kijken naar het nadeel dat elke leeftijdsgroep heeft door de overgang naar de nieuwe premieovereenkomst.

Partner- en wezenpensioen
Er wordt overeenkomstig de regels van de Wet toekomst pensioenen verschil gemaakt tussen overlijden voor de pensioendatum en overlijden vanaf de pensioendatum.

Bij overlijden voor de pensioendatum is er een partner- en wezenpensioen op zogenaamde risicobasis (verzekerd, dit is nieuw). Het partnerpensioen bedraagt 28% van het pensioengevend loon en het wezenpensioen 10% van het pensioengevend loon.

Bij overlijden na de pensioendatum bestaat het recht op een partnerpensioen gebaseerd op 70% van het ouderdomspensioen. Er is geen recht op wezenpensioen bij overlijden na de pensioendatum.

Arbeidsongeschiktheid
In de nieuwe premieregeling zal net als in de huidige pensioenregeling een regeling van premievrije voortzetting bij arbeidsongeschiktheid worden opgenomen.

Het vervolg

Heb je vragen over de Hoofdpunten uit Transitieplan, wil jij schriftelijk je mening geven stuur een mail je vraag of mening naar info@fnvmooi.nl 

Als de meerderheid van de stemmende FNV MOOI leden akkoord heeft gegeven op de nieuwe pensioenregeling (grote lijnen transitieplan), wordt het transitieplan aangeboden door ANKO, FNV MOOI en CNV aan het bestuur van het kapperspensioenfonds met het verzoek de toekomstige pensioenregeling zoals omschreven staat in het transitieplan in de kappersbranche, te gaan uitvoeren. Daarop zal het pensioenfonds het plan controleren en onderzoeken en Sociale partners laten weten of zij de nieuwe regeling gaan uitvoeren. 

FNV MOOI leden krijgen een e-mail met de vraag of zij akkoord gaan met de nieuwe pensioenregeling (grote lijnen transitieplan) zoals verwoord in het bulletin en het transitie plan.

 

  • Vraag
    aan FNV MOOI?

    • Bel 030 - 23 14 221
    • Stel je vraag per e-mail
  • Word lid
    van FNV MOOI

    • Hulp & advies
    • Kortingen op producten
    • Antwoorden op al je vragen
    Klik hier